Locaties
331 t/m 360 van 1102 resultaten
-
Zeventig evacués uit Arnhem en Limburg
Zeventig evacués uit Arnhem en Limburg
Het grafmonument in Gytsjerk is opgericht ter nagedachtenis aan Maria v/d Heuij. Maria was een van de zeventig evacués uit Arnhem en Limburg die op 22 januari 1945 in Gytsjerk arriveerden. Maria overleed een dag later, slechts enkele maanden oud. De barre omstandigheden tijdens de tocht waren haar noodlottig geworden. Maria mocht de bevrijding niet meer meemaken. Veel van de andere evacués met wie zij de reis aanvaardde gelukkig wel.
Symboliek
De geestelijk vader van het monument, kunstenaar Klaas Bokma, heeft voor twee karren gekozen, omdat dit het vervoermiddel was dat vaak werd gebruikt door evacués. De vier dorre bomen symboliseren de dood. Het kruis is niet alleen een symbool van het christelijke geloof, maar herinnert tevens aan het offer dat de oorlogsslachtoffers brachten voor een leven in vrijheid.
De oudste leerlingen van de basisscholen Ichtus en Thrimwalda dragen zorg voor dit monument.
-
De bevrijding van Leeuwarden
De bevrijding van Leeuwarden
Op 11 april 1945 werd duidelijk dat de Duitse weerstand in het noorden van Nederland beperkt was. De geallieerden grepen op 12 april deze kans om zo snel mogelijk op te rukken naar Friesland. Een van de belangrijkste doelen was het bevrijden van Leeuwarden. Hiervoor was de 9th Canadian Infantry Brigade aangewezen. Maar het zou uiteindelijk anders lopen.
Op 12 april reden de Royal Canadian Dragoons bij Noordwolde Friesland binnen. Zij dienden met hun gepantserde voertuigen verkenningen uit te voeren en zo snel mogelijk de Waddenzee te bereiken. Daarmee werden de Duitse troepen in Friesland en Groningen van elkaar gescheiden.
In de nacht van 14 op 15 april stonden drie Squadrons van de Dragoons bij Suameer. Burgum kon eerder die dag niet meer bereikt worden omdat de brug bij de Burgummerdaam door de Duitsers was opgeblazen.
Intussen was er van alles gaande in het nabijgelegen Leeuwarden. Op 12 april was het vliegveld door de Duitsers opgeblazen. En vanaf 14 april verlieten zij de stad. Leeuwarden zou niet worden verdedigd. Het Burgerweeshuis dat onderdak had geboden aan verschillende Duitse instanties werd in brand gestoken. Een poging om de telefooncentrale op te blazen mislukte door een geniale ingreep van het verzet. Dat verzet ging bovendien in de vroege ochtend van 15 april massaal de straat op om belangrijke punten te bezetten en achtergebleven Duitsers gevangen te nemen.
De Dragoons in Suameer hadden contact met het verzet in Leeuwarden. Door verschillende berichtgeving was het onduidelijk of er nu hard gevochten werd in Leeuwarden of dat de Duitsers de stad volledig hadden verlaten. Doordat de Duitsers belangrijke bruggen op de route van Heerenveen naar Leeuwarden hadden opgeblazen kon de infanterie niet snel bijstand verlenen.
Daarom gingen de Dragoons zelf een kijkje nemen. In eerste instantie werd een patrouille van vier voertuigen over de Groningerstraatweg rond half twaalf de stad in gestuurd. Eén van de Canadezen in die voertuigen tekende het volgende op:
‘As we entered the city, passing through the concrete barrier by the narrow passageway left for normal traffic, we were met by an almost hysterical patrol of Resistance men […] In a few moments the news of our arrival had spread through the city, and we were given a fantastic welcome as we rolled slowly forward into the centre of town.
Een Leeuwarder herinnerde zich:
‘Wij woonden dicht bij de Groningerstraatweg, waar onze bevrijders langs kwamen. Met vele honderden stonden wij daar, allemaal blijde toeschouwers. Ineens schoten twee dames uit de rij naar voren en vlogen de Canadezen om de hals met de volgende woorden: “Och skatten, binne jimme daar eindelijk!
Nadat de patrouille had vastgesteld dat de kust veilig was, volgde het hele C Squadron, een detachement van de Royal Canadian Engineers en Regimental Headquarters van Lieutenant-Colonel Landell. Leeuwarden was bevrijd. Hierna gingen duizenden de straat op. Eén van de Canadezen schreef:
‘We halted, and were immediately surrounded by laughing, yelling mobs of people, bringing flowers to give to us, and cheering every move. The Resistance men were everywhere, doing their best to keep the people within bounds and off the cars, but their efforts were hardly necessary. I never saw a more satisfying gathering in my life.’
Leeuwarden was door onverwachte omstandigheden bevrijd door de Dragoons. In de nacht van 15 op 16 april trok alsnog Canadese infanterie de stad in.
-
Werkplaats12
Werkplaats12 Harlingen -
Historische Zeilvaart Harlingen
Historische Zeilvaart Harlingen Harlingen -
Jachtwerf van der Werff
Jachtwerf van der Werff Wergea -
Rederij Aktievaart
Rederij Aktievaart Grou -
Franeker bevrijd
Franeker bevrijd
Op 15 april 1945 wordt Franeker bevrijd. ‘s Middags bereikt een verkenningseenheid van de Royal Canadian Dragoons, komend vanuit Leeuwarden, als eerste de stad. Diezelfde dag trekken de overgebleven Duitse militairen zich terug richting Harlingen. Om hun aftocht te dekken blazen ze de brug aan het Leeuwarderend op.
In de vroege ochtend van zondag 15 april heerst in Franeker een gespannen stilte. Volgens de geruchten zouden de Canadezen Leeuwarden al in handen hebben en nu onderweg zijn naar Franeker. Reikhalzend wordt naar de komst van de Tommies uitgekeken. Maar er zijn nog Duitse soldaten in de stad. Dan wordt de stilte verscheurd door drie geweerschoten die waarschuwen voor een enorme ontploffing.
Om hun aftocht in de richting van Harlingen te dekken, blazen de bezetters de brug aan het Leeuwarderend, die meestal Saakstra’s brug wordt genoemd, op. Saakstra’s brug is een essentieel punt in de enige doorgaande route van Leeuwarden naar de havenstad. Het taaie stalen bouwwerk geeft zich echter niet zomaar gewonnen. Tot vijf maal toe moet er een springlading tot ontploffing worden gebracht, alvorens de Duitsers het genoeg vinden en haastig vertrekken. De omliggende panden lopen veel schade op. Vooral het Bondshotel, tegenwoordig de Stadsherberg, moet het ontgelden.
Onmiddellijk beginnen de inwoners van Franeker aan een provisorisch herstel. Bij het station liggen spoorstaven, die door een grote groep mannen op de schouder naar de brug worden gedragen en van kant naar kant worden gelegd. Bielzen komen daar overheen te liggen. Als het werk bijna klaar is, staat de eerste Canadese verkenningswagen al te wachten. In de middag rijdt een grote colonne Canadees oorlogsmaterieel, waaronder tanks, over de straatweg vanaf Leeuwarden naar Franeker.
Van heinde en ver is de plaatselijke bevolking naar de straatweg gegaan om het spektakel te bekijken. Aangekomen in Franeker volgt een ware zegetocht door de stad. ’s Avonds trekt het zware materieel zich weer terug richting Leeuwarden, maar de volgende dag, maandag 16 april, rijdt de colonne opnieuw door Franeker om op te rukken naar Harlingen.
De Canadezen vestigen een hoofdkwartier in het monumentale stadhuis. Ze blijven er nog tot het eind van 1945, alvorens terug te keren naar huis.
-
Wapens onder het hooi
Wapens onder het hooi
In het najaar van 1944 beginnen de wapendroppings. Tot aan de bevrijding is er in de provincie Friesland een vijfentwintigtal van geweest. De wapens moeten uit handen van de bezetters blijven en worden daarom goed verborgen, vaak bij boeren. De boerderij van Johannes van Dijk in Hitzum is het voornaamste wapendepot van district VII van het gewest Friesland van de NBS, de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. In de boerderij van Willem Postma onder Achlum krijgen de illegale werkers wapenonderricht van een speciale instructeur, die mee is gedropt. Alles geschiedt natuurlijk met de grootste behoedzaamheid, maar toch kruipen de NBS’ers twee keer door het oog van de naald.
Boer Van Dijk is fel anti-Duitse bezetter. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn boerderij een toevlucht wordt voor onderduikers en verzetsmensen. Twee van zijn zoons zijn lid van de NBS, de in het najaar van 1944 uit de verschillende geledingen van het verzet gevormde paramilitaire verzetsorganisatie. De gedropte wapens worden bij hem gebruiksklaar gemaakt en vervolgens diep onder het hooi in de schuur weggestopt.
Ook weigert Van Dijk mee te werken aan de verplichte leveringen van vee, melk en hooi aan de Wehrmacht. Als reactie gaan Duitse militairen over tot inbeslagname van zijn hooi. Onder toeziend oog van Sonderführer August Geese van de Abteilung Ernährung und Landwirtschaft, onderdeel van de Wehrmacht, geassisteerd door zijn fanatieke Nederlandse tolk Grietje Sinnema, wordt het hooi uit de schuur gehaald. Ieder moment kunnen de wapens bloot komen te liggen, maar net op tijd vindt Geese het genoeg. Leden van het verzet, die met een pistool in de zak de boel in de gaten hielden, hoeven niet in actie te komen. Een drama is afgewend. Toch zal de oorlog voor de familie Van Dijk dramatisch eindigen: hun zoon Jitze Pieter sneuvelt bij een vuurgevecht tussen NBS’ers en terugtrekkende Duitse militairen op de dag dat Hitzum wordt bevrijd.
Om met de wapens te kunnen omgaan krijgen de verzetsmensen instructies van commando’s, die eveneens zijn gedropt. Dat gebeurt onder andere op de boerderij van Willem Postma, gelegen aan een doodlopende weg, midden in de weilanden tussen Hitzum en Achlum. Op een middag aan het einde van oktober 1944 komen dertig mannen daar in het geheim samen in de schuur om van instructeur Groenewoud te leren omgaan met stenguns, bazooka’s, handgranaten. Ze zijn volop bezig als er een motorpatrouille van de Grüne Polizei nadert. De paniek slaat toe onder de mannen, maar Groenewoud houdt het hoofd koel, duwt ze een wapen in de hand en laat ze een positie innemen. De Grünen rijden echter door, maar komen even later weer terug als ze ontdekken dat de weg doodloopt. Opnieuw rijden ze de boerderij voorbij, kennelijk zijn ze verdwaald. Het loopt goed af.
-
Gesneuveld op de dag van de bevrijding
Gesneuveld op de dag van de bevrijding
Op zondag 15 april 1945 – de dag die geldt als de bevrijdingsdag van Friesland – kwam hier in Kiesterzijl door Duits geweervuur Jitze Pieter van Dijk om het leven, toen de eenheid van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) waar hij deel van uit maakte, op een groepje zich terugtrekkende Duitse soldaten stootte.
In afwachting van de komst van de Canadezen, die Leeuwarden al hadden bereikt, wilden leden van de NBS Franeker alvast bezetten, nadat duidelijk was geworden dat de Duitsers de stad zonder strijd te leveren aan het verlaten waren en zich terugtrokken richting Harlingen.
Een groep van enkele tientallen NBS-ers, meest jongemannen uit de buurt, gekleed in blauwe overalls (het bekende NBS-uniform) vertrok aan het begin van de middag op de fiets vanuit Achlum. De bedoeling was om over de Slachtedijk naar de Rijksweg ten westen van Franeker te gaan, om van die kant de stad binnen te trekken. Ze waren bewapend met vanuit Engeland gedropte Enfield geweren, stenguns, handgranaten en een bazooka.
Toen ze net over de brug van Kiesterzijl waren, kwam er vanuit Franeker over de oude Rijksweg nog een verlaat groepje van zo’n twaalf Duitsers aanfietsen. Er ontstond een vuurgevecht, waarbij de NBS-ers dekking zochten in de berm. Jitze Pieter van Dijk, een 23-jarige boerenzoon uit Hitzum, bukte niet diep genoeg en werd dodelijk getroffen in zijn rug.
De NBS-ers trokken zich daarop terug, om lopend via de zuidelijker gelegen spoorbaan alsnog veilig in de stad te komen. De Duitsers reden door naar Harlingen, met achterlating van enkele slachtoffers. ’s Avonds keerden ze met versterking terug om hun kameraden op te halen. Inwoners van Herbaijum werden daarbij gebruikt als menselijk schild.
Het boerderijtje van Ale Houtsma, dat hierachter stond en waar de NBS-ers hun fietsen hadden achtergelaten werd als represaille in brand gestoken. Op datzelfde moment naderden de eerste Canadese verkenners Franeker al vanuit de richting Leeuwarden.
Na de oorlog is, tegenover het gemeentehuis, een straat naar Jitze Pieter van Dijk genoemd. Van Dijks ouderlijke boerderij in Hitzum was een belangrijke uitvalsbasis van het plaatselijke verzet. In het hooi lagen de gedropte wapens verborgen.
-
Psychiatrische zorg in oorlogsomstandigheden
Psychiatrische zorg in oorlogsomstandigheden
Het Psychiatrisch Ziekenhuis (de PZ) in Franeker was en is een begrip in Friesland. Tijdens de bezetting moest het, naast de achthonderd eigen patiënten, ook bewoners van twee andere instellingen onderdak bieden. De bezetters hadden hun gebouwen gevorderd. Ook andere oorlogsslachtoffers, waaronder evacués uit Limburg, werden opgevangen en verzorgd. En was de TBC-afdeling een ideale plek voor onderduikers.
In de laatste oorlogsmaanden voorzien de keukens van het ziekenhuis al die mensen, en ook nog een groot deel van de Franeker bevolking, van eten.
In 1930 is ten westen van de stad een gloednieuwe en moderne huisvesting verrezen, Groot Lankum genaamd. Het oude onderkomen in de binnenstad (het “Binnengesticht”) blijft daarnaast ook in gebruik. De behandeling van psychiatrische aandoeningen staat nog in de kinderschoenen, medicijnen zijn er nog niet. Patiënten liggen de hele dag in bed, niets te doen.
Het ziekenhuis heeft een TBC-afdeling, die vanwege het besmettingsgevaar geïsoleerd is van de rest van het gebouw. Dat maakt het een perfecte onderduikplaats, de bezetter staat niet te trappelen om daar te controleren . . .
Het is februari 1943 als de Duitsers het Psychiatrisch Ziekenhuis Vogelenzang in Bennebroek vorderen. 369 Patiënten en 100 medewerkers moeten weg en worden met treinen naar Franeker overgebracht. De Franeker patiënten uit het Binnengesticht verhuizen naar de grote zolderverdieping van het nieuwe Groot Lankum, om plaats te maken voor de gasten. De ruimte is veel te krap, maar er is geen keuze.
Als de geallieerde opmars het zuiden van Nederland bereikt, stagneert het front en is vooral de provincie Limburg een tijdlang strijdgebied. Bewoners moeten worden geëvacueerd. In januari 1945 arriveert een trein vol mensen uit Roermond en omgeving na een barre reis verzwakt en hongerig in Franeker. Voordat ze kunnen worden ondergebracht bij gastgezinnen in de omliggende dorpen, worden ze door de medewerkers van de PZ verzorgd en van eten voorzien. Zieken worden opgenomen in het toch al overvolle ziekenhuis.
Alsof het allemaal nog niet moeilijk genoeg is, komen er op 27 maart 1945 ook nog eens 528 patiënten met hun verplegers van het Psychiatrisch Ziekenhuis Dennenoord uit Zuidlaren bij. De panden daar moeten op last van de bezetters op stel en sprong worden ontruimd, want er moet een Duits noodhospitaal in worden gevestigd. De keukens van de PZ moeten alle zeilen bijzetten om de vele monden te voeden. Gelukkig is men eerder al begonnen met het verbouwen van grote hoeveelheden groenten op de terreinen en worden er veertig varkens gehouden voor de vleesbehoefte. Boeren uit de omgeving leveren aardappelen en rapen. Per dag gaat er 3600 kilo aan aardappelen doorheen.
In de allerlaatste dagen voor de bevrijding van Franeker, die uiteindelijk op 15 april plaatsvindt, komt er nog een Duitse order om de PZ te ontruimen, om plaats te maken voor gewonde Duitse soldaten. Maar zover komt het niet meer, de Canadese bevrijders zijn al in aantocht en de bezetters vertrekken halsoverkop.
Een televisiedocumentaire van Omrop Fryslân (deels Friestalig) over de PZ in oorlogstijd ziet u hier.
-
Passantenhaven Winsum
Passantenhaven Winsum Winsum FR -
B&B KunstKamer Franeker
B&B KunstKamer Franeker Franeker -
Tweemastklipper Manna
Tweemastklipper Manna Franeker -
Brasserie De Stadstuin
Brasserie De Stadstuin Franeker -
Toscanini
Toscanini Franeker -
B&B De Klokgevel
B&B De Klokgevel Franeker -
Franeker Boppe
Franeker Boppe Franeker -
Molepôlle 7
Molepôlle 7 Franeker -
Molepôlle 6
Molepôlle 6 Franeker -
B&B Homestay
B&B Homestay Harlingen -
B&B Douma State
B&B Douma State Harlingen -
Vakantiehuis "Mooi Fut"
Vakantiehuis "Mooi Fut" Harlingen -
Museum Bescherming bevolking
Museum Bescherming bevolking Grou -
De Zeezeilers van Marken
De Zeezeilers van Marken Harlingen -
Keramiek Atelier Jet Twijnstra
Keramiek Atelier Jet Twijnstra Harlingen -
By Mosk
By Mosk Beetgumermolen -
Groot Deersum
Groot Deersum Achlum -
Eetcafé Het Graauwe Paard
Eetcafé Het Graauwe Paard Oudebildtzijl -
Geuzengat
Geuzengat Franeker -
Eetcafé De Molen
Eetcafé De Molen Vrouwenparochie