Op zondag 15 april 1945 – de dag die geldt als de bevrijdingsdag van Friesland – kwam hier in Kiesterzijl door Duits geweervuur Jitze Pieter van Dijk om het leven, toen de eenheid van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) waar hij deel van uit maakte, op een groepje zich terugtrekkende Duitse soldaten stootte.
In afwachting van de komst van de Canadezen, die Leeuwarden al hadden bereikt, wilden leden van de NBS Franeker alvast bezetten, nadat duidelijk was geworden dat de Duitsers de stad zonder strijd te leveren aan het verlaten waren en zich terugtrokken richting Harlingen.
Een groep van enkele tientallen NBS-ers, meest jongemannen uit de buurt, gekleed in blauwe overalls (het bekende NBS-uniform) vertrok aan het begin van de middag op de fiets vanuit Achlum. De bedoeling was om over de Slachtedijk naar de Rijksweg ten westen van Franeker te gaan, om van die kant de stad binnen te trekken. Ze waren bewapend met vanuit Engeland gedropte Enfield geweren, stenguns, handgranaten en een bazooka.
Toen ze net over de brug van Kiesterzijl waren, kwam er vanuit Franeker over de oude Rijksweg nog een verlaat groepje van zo’n twaalf Duitsers aanfietsen. Er ontstond een vuurgevecht, waarbij de NBS-ers dekking zochten in de berm. Jitze Pieter van Dijk, een 23-jarige boerenzoon uit Hitzum, bukte niet diep genoeg en werd dodelijk getroffen in zijn rug.
De NBS-ers trokken zich daarop terug, om lopend via de zuidelijker gelegen spoorbaan alsnog veilig in de stad te komen. De Duitsers reden door naar Harlingen, met achterlating van enkele slachtoffers. ’s Avonds keerden ze met versterking terug om hun kameraden op te halen. Inwoners van Herbaijum werden daarbij gebruikt als menselijk schild.
Het boerderijtje van Ale Houtsma, dat hierachter stond en waar de NBS-ers hun fietsen hadden achtergelaten werd als represaille in brand gestoken. Op datzelfde moment naderden de eerste Canadese verkenners Franeker al vanuit de richting Leeuwarden.
Na de oorlog is, tegenover het gemeentehuis, een straat naar Jitze Pieter van Dijk genoemd. Van Dijks ouderlijke boerderij in Hitzum was een belangrijke uitvalsbasis van het plaatselijke verzet. In het hooi lagen de gedropte wapens verborgen.
Op 18 april was de hele provincie Friesland met uitzondering van de Waddeneilanden bevrijd. In vergelijking met andere provincies werd er in Friesland weinig gevochten. Over het algemeen waren de paar duizend Duitse troepen, die Friesland niet hadden kunnen ontvluchten, door de Canadezen relatief snel verslagen.
De commandant van de Royal Canadian Dragoons, Lieutenant Colonel Landell, prees de acties van het verzet door te stellen ´Friesland liberated herself´. Hoewel dat wellicht wat overtrokken was, versnelden de acties van het Friese verzet zonder meer de bevrijding. En het beperkte het aantal slachtoffers aan geallieerde kant.
Bij confrontaties met Duitse troepen en hun Nederlandse handlangers verloren zeker 31 verzetsmensen hun leven. Aan geallieerde kant sneuvelden tenminste elf Canadezen en één Fransman. Bij de gevechten en beschietingen vielen ook tientallen burgerslachtoffers. Het aantal slachtoffers aan Duitse kant is niet bekend, maar vermoedelijk liep dat aantal in de honderden. Met 320 vernielde en 4000 beschadigde woningen en 80 vernielde bruggen was Friesland materieel de minst beschadigde provincie van Nederland.
Veel Duitse militairen maakten zich uit de voeten in de richting van het westen van het land. Harlingen, Makkum en Lemmer werden verzamelplaatsen voor zich terugtrekkende Duitse troepen. Van daaruit probeerden ze per boot over het IJsselmeer of via de Afsluitdijk richting Noord-Holland te ontkomen. Ook de Waddeneilanden werden een toevluchtsoord voor collaborateurs en Duitse militairen. Hier liet de bevrijding langer op zich wachten.
Op Terschelling werden de laatste Duitse troepen op 29 mei ontwapend door een Brits artillerieregiment. Twee dagen later staken de Britten van Terschelling over naar Vlieland en was ook de bevrijding van dat eiland een feit. Ameland was op 3 juni bevrijd.
Op Schiermonnikoog had het personeel van het beruchte Scholtenhuis, het SD-hoofdkwartier in Groningen, zich gevestigd. Na hun vertrek op 31 mei vierde het eiland feest, ondanks de zeshonderd nog aanwezige bezettingstroepen. Pas op 11 juni vertrokken de laatste Duitse militairen van Schiermonnikoog en was Friesland helemaal vrij.
De meeste Canadese eenheden die Friesland hadden bevrijd, zetten na 18 april de strijd voort in Groningen en Noord-Duitsland. Hun oorlog eindigde op 8 mei 1945 toen de overgave van alle Duitse strijdkrachten van kracht werd.